Neurobiologie – Niveau 2

NEUROBIOLOGIE (niveau 2 ; periode 4/AD, code B-B2NEUR10)

Coördinator:
dr. Corette Wierenga c.j.wierenga@uu.nl

Voor de meest recente informatie over deze cursus zie: https://cursusplanner.uu.nl/course/B-B2NEUR10

Ingangseisen
Basiskennis Neurobiologie uit of vergelijkbaar met jaar 1 van de bacheloropleiding Biologie.

Studiepad
Deze cursus vormt een kerncursus van de studieadviespaden Gedragsbiologie, Neurobiologie en Toxicologie en past daarnaast goed in de studieadviespaden Ontwikkelingsbiologie en Celbiologie. De cursus vormt een goede voorbereiding op de niveau 3 cursus ‘Moleculaire en cellulaire biologie’ en ‘Cognitie en gedrag’. Alleen of samen met de vervolgcursus is de cursus een goede basis voor de masterprogramma’s ‘Molecular and Cellular Life Sciences’ en ‘Environmental Biology’, de track Behavioural Ecology en van het masterprogramma ‘Neuroscience and Cognition’. Vanwege grote overlap met de BMW-cursus Neurowetenschappen is het niet toegestaan om beide cursussen te volgen.

neuroscience

Diffusion Tension Imaging (DTI) laat de axonbanen in de grote hersenen zien.

Inhoud
De hersenen van hogere vertebraten zijn de meest complexe systemen die we kennen, en de pogingen om die te begrijpen worden wel gezien als de grootste uitdaging van de moderne wetenschap. Deze cursus heeft als doel je een basiskennis bij te brengen van de moderne neurowetenschappen in al zijn facetten. Deze basiskennis is onontbeerlijk voor fundamenteel onderzoek aan het brein, het bestuderen van gedrag van mensen en dieren en voor onderzoek naar ziektes van het zenuwstelsel.

Tijdens de cursus ga je in op de functionele en neuro-anatomische aspecten van de hersenen en de neurofysiologische basis van perceptie, cognitie en motorische sturing. Je besteedt aandacht aan algemene neurobiologische principes die zowel bij de mens als bij (andere) dieren terug zijn te vinden. Daarnaast verdiep je jeook in specifieke eigenschappen (en soms ziektes) van het menselijk brein. Veel van de structuren en processen zoals ionkanalen, actiepotentialen, neurotransmitters, synapsen, etc., komen in het gehele dierenrijk voor. Ze vormen de bouwstenen voor de veel complexere processen zoals cognitie en bewustzijn in hogere vertebraten.

Aan de hand van het boek ‘Neuroscience’ van Purves (5de editie) bestuderen je de volgende hoofdthema’s:

  • basale fysiologie van elektrische signalen in neuronen,
  • communicatie tussen neuronen,
  • leren en geheugen,
  • ontwikkeling van het zenuwstelsel,
  • perceptuele systemen: zien, horen, ruiken,
  • motorsystemen: motor cortex, basale ganglia, cerebellum,
  • hogere cognitieve functies: taal, slaap, emoties, sexuele verschillen.

Leerdoelen
De cursus geeft je:

  • een overzicht van wat neurobiologie inhoudt,
  • kennis van het selecteren en verwerken van neurobiologische literatuur,
  • een idee van de functionele structuur van het dierlijke en menselijke brein,
  • inzicht in de manier waarop informatie in het menselijke en dierlijke brein opgeslagen en verwerkt wordt,
  • een idee van wat er fout gaat in bepaalde hersenziektes,
  • een glimp van de actuele stand van zaken en ontwikkelingen in het huidige neurobiologische onderzoek.

Vaardigheden

  • selecteren en verwerken van literatuur,
  • essay schrijven,
  • doorgronden van complexe systemen,
  • systematische benadering problemen.

 

neurobio fig 2 

Complexe neuronale netwerken in het zenuwstelsel: Golgi-kleuring van de olfactorische bulbus van een hond

Werkvormen
Een groot deel van de stof van de cursus zal worden gepresenteerd in de vorm van hoorcolleges, gastlezingen en zelfstudieopdrachten. Daarnaast is er een computerpracticum over elektrische signalen in zenuwcellen.

Jullie schrijven zelfstandig in groepjes van 2 (minimaal 1, maximaal 3) een essay (~3 pagina’s) over een zelf te kiezen neurobiologisch onderwerp. Dit essay wordt eerst beoordeeld door medestudenten van andere groepen (peer review) en daarna door een begeleider.

Studiemateriaal

Purves D., et al.: Neuroscience, 5th edition, Sinnauer Associates Inc, 2011.

neurobio fig 3